Nieuwe term: Elkaboka

Ik kan niet kiezen

Hoi daar ben ik weer, Gerie. Voor het blog van vandaag heb ik een omgekeerd “writers block”. Ken je dat? Bij een writers block, een schrijversblokkade,  heb je normaal gesproken geen inspiratie. Maar ik heb teveel. Ik kan gewoon niet kiezen. Schrijven over een quiltfestival waar ik geweest ben, een quilt waar ik onlangs aan gewerkt heb? Een quilt die ik onlangs afgemaakt heb? Iets anders quiltigs waar ik mee bezig ben? Zoveel mogelijkheden.

Gelukkig vallen er dan bij langer nadenken altijd wel weer wat mogelijkheden af. Zo vind ik het lastig om over een quiltfestival te schrijven, want stel je voor dat je dan een foto plaatst van een quilt en de desbetreffende maakster/maker wil die foto niet op internet. Copyrightprobleem. Daar zit ik niet op te wachten. Een quilt waar ik onlangs aan gewerkt heb? Ik heb pas nog aan een leuk blok gewerkt, maar dat was voor een workshop, ik wil die verrassing voor mijn workshop mensen niet verklappen. Een quilt die ik pas afgemaakt heb? Vier daarvan komen op de Algemene Tentoonstelling eind augustus in Nijkerk te hangen, dus dat kan ook niet.

Blijft over iets anders quiltigs. Dus dat wordt mijn Elkabokasjaaltje. Of omslagdoek. Ik weet het verschil niet tussen een sjaal en een omslagdoek. Maar goed, ik noem het verder sjaaltje, pin me er niet op vast. Ik heb dus een sjaaltje dat ik niet zo mooi vind. Een groen/oranje paisley bedrukking.

 

(Op de foto staan de borduursteken er al op, daar kun je even doorheen kijken 😉 Best aardig, maar het past niet bij mij. Dat sjaaltje wil ik dus opleuken met allerlei afvallapjes. Lekker duurzaam, goed bezig Gerie. Schouderklopje voor mezelf. En mooie garens, nieuw gekocht bij het quiltfestival in Nantes.

Maar welke stijl zal ik gebruiken?

Ik hoor de laatste tijd nogal veel over Kantha. Dat blijkt een borduurvorm te zijn waarbij je eerst patronen maakt door lapjes aan elkaar te naaien (Klinkt wel bekend). Daarna ga je die lapjes in het patroon lapje voor lapje invullen met rijgsteken, vaak in een contrasterende kleur. Leuk, maar ik wil juist even geen naaiwerk.

Kawandi kwam ik ook tegen, in sommige video’s worden die termen zelfs door elkaar gebruikt. Maar er blijken toch wel grote verschillen te zijn. Bij Kawandi naai je je lapjes niet aan elkaar, maar leg je ze op een ondergrond. Beginnend aan de buitenrand en dan naar binnen. Precies omgekeerd als ik normaal gesproken zou doen. Geinig. Bij een quilt doe ik dat zo nooit, om het risico van “blazen” in het midden en aan de achterkant te verkleinen. Dus dat sjaaltje is een mooi voorwerp om dit te testen. Die Kawandi lapjes naai je wel weer helemaal netjes vast, met een naadtoeslag. En een echte Kawandi is pas af wanneer er aan elke hoek een driehoekje stof is genaaid. Naadtoeslag, extra driehoekje. Hmm, nu even niet.

Bij Boroboro hoeven de steken niet zo netjes allemaal precies even groot op de zelfde afstand, als bij het bekendere Sashiko. Zo goed als geen regels, precies goed voor mij. Dus ik wil het vrije van boroboro, met de ondergrond en de manier van lapjes leggen van Kawandi, met de mooie gekleurde garens van Kantha.

 

Een nieuwe term ‘Elkaboka’

Elkaboka dus. Nooit van gehoord? Klopt, ik heb de term onlangs zelf samengesteld. Het betekent: Elementen van Kantha, Boroboro en Kawandi. Drie vormen van borduren om lapjes op te leuken. Ik heb uit elke stijl precies dat gepakt wat ik het leukste vind. Dus gewoon lekker blik op oneindig, zo eenvoudig mogelijk, niet nadenken, gewoon aan de gang. Om te oefenen heb ik eerst mijn tuinwerkbroek gerepareerd met visible mending (zichtbaar repareren). Leek me ook leuk. En duurzaam.

Gerie Lammers

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *